Steeds meer mensen ervaren de positieve bijdrage van lichaamsbeweging op lichaam en geest, maar ook in de wetenschap staat het onderzoek hiernaar niet stil. Eerder brachten we in onze blogs al het RUNtervention onderzoek naar de effecten van hardlopen op burn-out en stressklachten aan de Radboud Universiteit in Nijmegen onder de aandacht. Dit is het eerste Nederlandse onderzoek dat zich concreet richt op het verminderen van werk-gerelateerde vermoeidheidsklachten door middel van beweging. Voor depressie- en angstklachten was al langer bekend dat beweging een positief effect heeft op het verminderen van voorgenoemde klachten. Verrassend genoeg is dit voor werkgerelateerde vermoeidheidsklachten (burn-out klachten) nog niet goed onderzocht. Voor promovenda Juriena de Vries –zelf een fervent hardloopster – genoeg reden om diep in de materie te duiken om deze vraag te beantwoorden

Neerwaartse spiraal

Inmiddels hebben er aan haar onderzoek ruim tweeduizend mensen meegedaan. Zij werden met een tussenpoos van een jaar tijd twee keer gevraagd naar hun mate van fysieke activiteit en werk-gerelateerde vermoeidheid. Hieruit bleek dat mensen met een hoger activiteitsniveau een jaar later lagere levels van werk-gerelateerde vermoeidheidsklachten rapporteerden. Andersom rapporteerden mensen met meer werk-gerelateerde vermoeidheidsklachten een jaar later minder te bewegen. Dit is interessant, omdat dit mogelijk een neerwaartse spiraal aangeeft: meer vermoeidheidsklachten leiden tot minder beweging, wat weer leidt tot meer vermoeidheidsklachten. Daarnaast is in dit onderzoek ook gekeken of de mate waarin werk veel van je vraagt (bijvoorbeeld: snel werken, in korte tijd veel werk moeten verzetten) ook samenhangt met hoeveel je beweegt. Bewijs hiervoor is in dit onderzoek echter niet gevonden.

Kom van die bank af?!

Als we echt te weten willen komen of het meer bewegen een oorzaak of een gevolg is van de lagere gerapporteerde werk-gerelateerde vermoeidheid, is aanvullend onderzoek nodig. De Vries heeft hiervoor reeds een groep studenten met vermoeidheidsklachten onderzocht. Hierbij kreeg de helft van de studenten een running therapie programma aangeboden, waarbij er drie keer per week (2 maal onder begeleiding en 1 maal zelfstandig) op rustig tempo werd hardgelopen. De andere helft van de studenten kreeg dit hardloopprogramma pas op een later moment aangeboden, waardoor het effect van het running therapie programma op vermoeidheid goed kon worden onderzocht. Hierbij werd aangetoond dat vermoeidheidsklachten bij de studenten die deelnamen aan het hardloopprogramma significant afnamen. Dit onderzoek wordt momenteel opnieuw uitgevoerd onder de werkende populatie en de eerste resultaten worden binnenkort verwacht. Maar in de tussentijd kan het dus geen kwaad de hardloopschoenen vast aan te trekken! Juriena geeft je hieronder vast een aantal praktische tips wanneer je wilt gaat beginnen met hardlopen als je vermoeidheidsklachten hebt.

Drie praktische hardlooptips van Juriena:

  1. Bouw het hardlopen rustig op. Dit voorkomt blessures en zorgt ervoor dat je niet te vermoeid raakt van het hardlopen. Wissel daarom hardlopen af met stukken wandelen. Een eerste hardloopsessie zou bijvoorbeeld kunnen zijn: 5 minuten wandelen, 8×1 minuut hardlopen met steeds 2 minuten wandelen ertussen. Daarna weer 5 minuten wandelen als slot. Je kunt per week de minuten hardlopen voorzichtig uitbreiden en het wandelen steeds iets korter maken.

  2. Loop op een rustig tempo. Een rustig tempo betekent dat je een gesprek zou kunnen voeren tijdens het lopen. Als je merkt dat hardlopen toch te intensief is (een gesprek voeren lukt niet), vervang dan hardlopen door stevig doorwandelen.

  3. Focus je op het proces van het lopen, niet op de prestatie. Het in beweging zijn is belangrijker dan de afstand of de snelheid die je hebt gelopen.

 

Begrensd bewegen en hardlopen op basis van Running Therapie is een vast onderdeel in onze behandelprogramma’s. Er wordt hier altijd rekening gehouden met de individuele fysieke gesteldheid. Voor iedereen kan er een passend beweegprogramma gemaakt worden. Voor meer informatie kunt u altijd vrijblijvend contact met ons opnemen.

Bronvermelding:

Myrle Stouten-KempermanDit blog is geschreven door drs. Myrle Stouten-Kemperman. Momenteel is Myrle promovendus en schrijft een proefschrift over de neuro-psychologische effecten van de behandeling van kanker. Zij is bijzonder geboeid door de hersenen en het cognitief functioneren. Myrle is verbonden aan BRN-OUT als neuro-psycholoog.

 

© Niets van dit artikel mag voor commerciële doeleinden gebruikt worden of ongevraagd overgenomen worden.

Onze website maakt gebruik van cookies. Met cookies wordt de website persoonlijker en gebruikersvriendelijker. Lees meer over cookies.

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten