Bij mensen met een burn-out klinken de termen vermoeidheid, moeite met concentreren en onthouden en verminderde motivatie vaak bekend in de oren. Maar betekent dit nou dat je, als je een burn-out hebt, ook daadwerkelijk slechter functioneert? En zo ja, welke mechanismen zitten hier dan achter? Klinisch psycholoog Arno van Dam promoveerde in april 2013 op zijn onderzoek naar aanhoudende cognitieve beperkingen bij burn-out. Een onderzoek dat een aantal interessante inzichten opleverde.
Prestatie en vermoeidheid
Zoals eerder onderzoek al heeft aangetoond, lijken mensen met een burn-out vooral slechter te presteren op taken die complex zijn, bijvoorbeeld wanneer je je op meerdere dingen tegelijk moet concentreren. Wanneer mensen met een burn-out zo’n ingewikkelde taak moeten doen maken zij meer gebruik van een minder effectieve strategie die minder inspanning vergt. Echter, mensen ervaren wel veel spanning tijdens het doen van zo’n taak. Daarom is het niet waarschijnlijk dat mensen expres een minder effectieve strategie gebruiken maar lijkt dit een aanwijzing voor cognitieve beperkingen.
Het kan ook zijn dat mensen onbewust een minder effectieve strategie gebruikten omdat ze niet gemotiveerd waren om zich in te spannen. Om dit te testen deed iedereen het taakje nog eens, maar dit keer werd aan iedereen verteld dat diegene die het beste zou presteren een financiële beloning zou krijgen. Hieruit bleek duidelijk dat de prestaties van mensen met burn-out moeilijk van buitenaf beïnvloedbaar zijn. Sterker nog, het helpt averechts wanneer je mensen met een burn-out probeert te motiveren door ze geld te geven bij betere prestaties: de aversie tegen het uitvoeren van de taak wordt dan alleen nog maar groter.
Aan een gebrek aan motivatie (willen) ligt het volgens van Dam daarom niet, maar eerder aan het niet in staat zijn om beter te kunnen presteren door cognitieve beperkingen. Overigens heeft die slechtere prestatie ook niet speciaal iets te maken met de beleving die mensen met burn-out hebben van eigen vermoeidheid. De relatie tussen hoe zij hun vermoeidheid beoordeelden en hun prestatie was vergelijkbaar met mensen die bijvoorbeeld depressief of angstig waren.
Herstel
Er is tot op heden nog maar weinig onderzoek gedaan naar herstel van burn-out op de lange termijn. Uit het onderzoek van van Dam bleek dat 85% van de deelnemers -die allemaal cognitieve gedragstherapie hadden gehad- na twee jaar niet meer voldeed aan de diagnose burn-out. Uitstekend nieuws, zou je zeggen. Toch ervoeren deze mensen nog steeds meer uitputting, vermoeidheid, depressieve klachten en algemene psychopathologie dan mensen die geen burn-out hebben gehad. Goed herstel van burn-out is, mede dankzij steeds effectievere behandelmethoden, dus zeker mogelijk. Echter het traject naar volledig herstel neemt doorgaans wel veel tijd in beslag.
Bron: Het volledige proefschrift van dr. Arno van Dam kunt u hier downloaden: https://www.researchgate.net/publication/256456700_Studies_on_cognitive_performance_in_burnout.
Dit blog is geschreven door drs. Myrle Stouten-Kemperman. Momenteel is Myrle promovendus en schrijft een proefschrift over de neuro-psychologische effecten van de behandeling van kanker. Zij is bijzonder geboeid door de hersenen en het cognitief functioneren. Myrle is verbonden aan BRN-OUT als neuro-psycholoog.
© Niets van dit artikel mag voor commerciële doeleinden gebruikt worden of ongevraagd overgenomen worden.
Recente reacties