In de vorige blogs (cognitieve beperkingen bij een burn-out en cognitieve problemen bij een burn-out; de dagelijkse realiteit) hebben jullie kunnen lezen over de effecten van burn-out op cognitie. Maar achter cognitieve functies schuilt natuurlijk een zeer belangrijk orgaan: je brein. Hoe zit het daar eigenlijk mee als je stress hebt? Dr. Ilya Veer van de Universiteit Leiden onderzocht het.

Fight, flight or freeze

Wanneer je te maken krijgt met een stressvolle gebeurtenis, is je brein het eerste dat reageert. Dit begint bij de amygdala, dat onderdeel uitmaakt van het circuit dat onder andere betrokken is bij angstregulatie. Razendsnel worden er dan vervolgens door het autonome zenuwstelsel, dat via de hersenstam in verbinding staat met de amygdala, stresshormonen (zoals adrenaline en noradrenaline) aangemaakt. Dit maakt dat je in staat bent direct, zelfs onbewust, te reageren op de stressvolle situatie. Tegelijkertijd treedt er ook nog een tweede, langzamer systeem in werking (via de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors (HPA)-as), met als resultaat de verhoging van het stresshormoon cortisol. Dit tweede systeem dient tevens als een rem: als de stresssituatie voorbij is en je brein niet langer gevaar ziet, dalen de cortisol waarden weer en krijgt je systeem een seintje waardoor je weer in optimale balans komt, ook wel homeostasis genoemd. Dit herstel ervaar je als het wegebben van het gestresste gevoel.

De stress voorbij

Wat we echter nog niet precies weten is hoe je brein omgaat met de ‘aftermath’ van een stressvolle situatie. Veer onderzocht of netwerken in ons brein anders communiceren na stress dan ervoor. Om een stresssituatie te creëren, lieten de onderzoekers een deel van de deelnemers spontaan een presentatie voorbereiden voor een commissie van bekenden – een test voor sociale stress. Een uur na deze test werd er een MRI scan van de hersenen gemaakt terwijl mensen rustig stil lagen (een zogenaamde Resting State fMRI). Verder werd ook het effect van stress op het werkgeheugen gemeten. Bij deze test moesten mensen op een knop drukken als ze een bepaalde letter op een scherm zagen verschijnen. In de tussentijd verschenen er plaatjes van neutrale en negatief emotioneel geladen beelden (de ‘afleiders’) die mensen moesten negeren.

In dit onderzoek werd gevonden dat het voor mensen die de stress test hadden moeten ondergaan lastiger was de negatieve emotionele plaatjes te negeren. Dit uitte zich onder andere in verhoogde hersenactiviteit van de amygdala. Andere delen van het brein, die juist verantwoordelijk zijn om hier controle over te houden vertoonden juist minder activatie. Het lijkt er dus op dat we geneigd zijn om zelfs een uur na een stress situatie meer aandacht te besteden aan informatie die negatief emotioneel geladen is. Verder zagen de onderzoekers dat tijdens de Resting Stage fMRI de amygdala sterker communiceerde – ook wel functionele connectiviteit genoemd- met andere netwerken in het brein in de nasleep van stress. In dit geval ging het om gebieden die betrokken zijn bij emotieregulatie en het autobiografisch geheugen. Maar wat betekent dit nu precies? Wellicht is je brein op dat moment nog steeds bezig de stressvolle ervaring te analyseren, zo zegt Veer. Dit is interessant omdat er op dat moment geen andere fysiologische kenmerken van stress meetbaar waren, zoals een verhoogde hartslag. Wel hadden de mensen die de stress test hadden ondergaan nog hogere cortisolwaarden.

Vervolgonderzoek

Omdat we eigenlijk nog heel weinig weten over waarom de ene de persoon beter met stress om kan gaan dan de ander, kan dit onderzoek een opstap zijn naar vervolgonderzoek. Dit onderzoek laat immers zien dat er ook langere tijd na een stressmoment effecten te zien zijn in het brein. Wellicht kunnen in de toekomst mogelijk beter inschatten wie kwetsbaar is voor stress, en kunnen stress gerelateerde ziekten zoals depressie en burn-out beter behandeld worden.

Bron: https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/31594 

Myrle Stouten-KempermanDit blog is geschreven door drs. Myrle Stouten-Kemperman. Momenteel is Myrle promovendus en schrijft een proefschrift over de neuro-psychologische effecten van de behandeling van kanker. Zij is bijzonder geboeid door de hersenen en het cognitief functioneren. Myrle is verbonden aan BRN-OUT als neuro-psycholoog.

 

© Niets van dit artikel mag voor commerciële doeleinden gebruikt worden of ongevraagd overgenomen worden.

Onze website maakt gebruik van cookies. Met cookies wordt de website persoonlijker en gebruikersvriendelijker. Lees meer over cookies.

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten